Beloken Pasen 19/4/2020

Beloken Pasen

19 april 2020

Inleidend woord

De tweede paaszondag of Beloken Pasen, wordt de ‘zondag van de goddelijke barmhartigheid’ genoemd. Het is inderdaad Gods overgrote liefde die wij vandaag mogen vieren. De verrezen Heer roept ons om naar Zijn Woord te luisteren en Hem eensgezind te danken voor het leven dat wij telkens opnieuw ontvangen. Laten we ons daarom toevertrouwen aan Zijn barmhartigheid.

Gebed

Heer God,

Twijfel is wat ons het vaakst overspoeld. Twijfel en wantrouwen, maar wij willen geloven in U en vertrouwen op U zonder aarzelen. Onmiddellijk en zonder schroom aan anderen vertellen en laten zien wie U voor ons bent. Ondanks tegenwerking, ondanks cynisme. Help ons het wantrouwen waarin wij soms vertoeven te overwinnen.

Wij vragen het U, Gij onze Heer, die leeft in eeuwigheid.

Amen.

Lezing

Uit de Handelingen van de Apostelen

De eerste christenen legden zich ernstig toe op de leer van de apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en het gebed.

Ontzag beving eenieder, want door de apostelen werden vele wonderbare tekenen verricht. Allen die het geloof hadden aangenomen, waren eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk. Ze waren gewoon hun bezittingen en goederen te verkopen en die onder allen te verdelen naar ieders behoefte. Dagelijks bezochten ze trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van hart, loofden God en stonden bij het hele volk in de gunst. En elke dag bracht de Heer er meer bijeen, die gered zouden worden.

Psalm 118

Prijs de Heer, want Hij is goed.

Zijn liefde duurt voor eeuwig.

Toen ik in moeilijkheden was, heb ik de Heer om hulp geroepen.

En de Heer heeft mij geantwoord en me gered.

De Heer zorgt voor mij. Ik hoef niet bang te zijn.

Wat zouden mensen me kunnen aandoen?

De Heer is met mij en helpt me altijd.

Deze dag is door de Heer gemaakt.

Laten we daar blij over zijn!

Heer, red ons alstublieft!

Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat!

Prijs de Heer, want Hij is goed.

Zijn liefde duurt voor eeuwig.

Evangelie

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

Op de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats van de leerlingen gesloten waren uit vrees voor de joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij u’. na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: ‘Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u.’ Na deze woorden blies Hij over hen en zei: ‘Ontvangt de heilige Geest. Als jullie iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeten, en als jullie ze niet vergeeft, dan zijn ze niet vergeven.’

Tomas, een van de twaalf, was echter niet bij hen toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: ‘Wij hebben de Heer gezien.’ Maar hij antwoordde: ‘Zolang ik in zijn handen niet het teken van de nagelen zei, en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven.’

Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas erbij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij u.’ Vervolgens zei Hij tot Tomas: ‘Kom hier met uw vinger en kijk naar mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig.’ Toen riep Tomas uit: ‘Mijn Heer en mijn God!’ Toen zei Jezus tot hem: ‘Omdat je mij gezien hebt, geloof je? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.’

Overweging

Hij is dood, gestorven en begraven. En na afloop zitten de nabestaanden ‘s-avonds bij elkaar. Ramen en deuren zijn vergrendeld. De apostelen sluiten zich op en sluiten zich af “uit angst voor de mensen”. Velen onder ons zullen heel precies aanvoelen wat hier eigenlijk wordt bedoeld. Na een groot verlies kost het vaak ontzettend veel moeite om je weer opnieuw onder de mensen te begeven. En vaak is het heel moeilijk om na een begrafenis weer naar buiten te gaan, om een winkel binnen te lopen, om een wandeling te maken of zelfs om een kerk te bezoeken: dezelfde kerk waar toch ook de Uitvaart was. Heel veel mensen hebben angst, dat zij op al die plaatsen andere mensen zullen ontmoeten, die weliswaar meelevend zijn, maar die daardoor ook onbedoeld de pijn van het verlies weer naar boven laten komen. Het is net, alsof het zien van een vriend, een collega, een buurvrouw: jou telkens opnieuw die harde werkelijkheid inwrijft van het verlies. En daarom gaan de deuren soms op slot, potdicht, uit angst.

Na die eerste reactie volgt bij veel mensen spontaan een schuldgevoel: “heb ik wel genoeg voor hem gedaan, had ik dit alles niet kunnen voorkomen, had ik die eerste klachten niet serieuzer moeten nemen?” Al die zelfverwijten zijn meestal volkomen onterecht en toch komen zij spontaan naar boven en waarom eigenlijk? Zijn het onbewust niet allemaal pogingen om zo in gedachte terug te gaan naar de situatie van voor het verlies? Pogingen om de situatie van nu anders voor te stellen dan dat ze werkelijk is?

Ook de leerlingen hadden zich opgesloten in dat schuldgevoel, ook al was hun schuldgevoel dan wèl terecht: waarom had Petrus Hem verloochend? En waarom vluchtten al die anderen? En nu zit men met een kater. Iedereen zal wel zijn redenen hebben gehad: de een dacht dat het wel zou meevallen, de ander dacht dat Jezus zich wel zou redden en een derde had weer wat anders; maar wat blijft: is dat schuldgevoel. Midden in dat schuldgevoel klinkt dan vandaag die stem van Jezus: “uw zonden zijn u vergeven”. Waar schuld was, daar was Hij en met vergeving is Hij altijd royaal geweest: bij overspeligen en tollenaars, bij zondaars en kleine mensen was zijn eerste woord altijd vergeving. Ook die leerlingen, met hun deuren en ramen op slot, boordevol schuldgevoel, ook zij horen Hem zeggen: “vergeef ook elkaar, want als jullie elkaar vergeven, dan is het ook vergeven”. Vergeving sluit daarmee die fase af van het rouwproces.

Het is goed om daaraan te denken, als wij in gesprek zijn met een nabestaande. Soms voelen zij schuld; laat hen dat gevoel ook uitspreken en ontken het niet te gauw, ook al is het volkomen onterecht, het gaat meestal over subtiele gevoelens. Aanhoor hen met geduld, want het uitspreken alleen al helpt, het roept immers de gestalte op van de dode die zegt: “zo erg was dat niet, je hoeft jezelf absoluut geen enkel verwijt te maken”. En dan pas komen de leerlingen langzaam aan hun rouw te boven. Dan pas kunnen deuren en ramen geopend worden, dan pas verdwijnt de angst voor vertrouwen, verdriet voor dankbaarheid en schuld voor vergeving. Het moge ook ons, waar dat nodig is, gegeven zijn.                                                                             

Voorbede

Laat ons bidden:

Bidden we om Gods ontferming voor armen, zieken, bejaarden: voor kindsoldaten, vluchtelingen, gevangenen, ter dood veroordeelden; voor alle slachtoffers van oorlog en natuurgeweld.

Laat ons bidden …

Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.

Bidden we om nieuw perspectief en levenszin voor mensen die opgesloten zitten in vragen, onzekerheden en ontgoocheling.

Laat ons bidden …

Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.

Bidden we om een geloof zoals dat van Tomas: dat wij Jezus’ wonden herkennen in het leed van Jezus’ zussen en broers; dat wij leren om barmhartig te zijn zoals God.

Laat ons bidden …

Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.

Slotgebed

Heer God,

‘Mijn Heer en mijn God’, dat is wat ook wij vandaag willen zeggen. Geloven zonder zichtbaar bewijs. Maar misschien willen wij, net als Tomas, U ook voelen. Niet uit twijfel, maar uit liefde. Kom in ons midden, Heer. Bemoedig ons en behandel ons barmhartig in onze twijfels.

Dat vragen wij U, Gij die leeft en heerst in eeuwigheid.

Amen.