Wees niet bang

Wees niet bang

En beste mensen, hoe gaat het met ons? Een hele direkte vraag, en daar kun je van opschrikken en ook weer niet, want hoe vaak stellen wij mensen elkaar niet juist dèze vraag: gewoon al wanneer je elkaar op straat tegen komt. En de ene keer dan gebeurt dat heel bewust en hartelijk en welgemeend, bruisend van bezorgdheid; en een andere keer dan kan die vraag ook over komen als een cliché, als een soort standaardvraag, waarop dan meestal ook een standaard antwoord volgt: “met mij gaat alles goed”. En in dat geval weet je dus in feite nog niks.

Zo stond ik ooit aan een ziekbed in het ziekenhuis, er kwam toen bezoek binnen, een meneer, en hij vroeg aan de zieke: “en, hoe gaat het met u?” En ook die meneer bedoelde dat heel hartelijk en welgemeend, maar de zieke: die keek alleen maar. Die keek naar alle apparatuur om zich heen, naar de slangetjes en naar het infuus, waardoor hij aan zijn bed gekluisterd was en zei toen met matte stem: “met mij gaat àlles goed”.

“Met mij gaat alles altijd goed”. Zeggen wij dat ook? Vaak en vluchtig. Zelfs dan, wanneer het soms niet goed gaat en laten we eerlijk zijn: iedere mens heeft toch op z’n tijd z’n zorgen en problemen. En toch zeggen veel mensen dan, dat alles goed gaat, en waarom eigenlijk? Misschien omdat wij zo zijn opgevoed. Hoeveel genera-ties zijn er niet opgevoed met de overtuiging, dat je bij anderen niet over jouw problemen moet praten, om niet de vuile was van jouw gezin of jouw familie buiten te hangen. En daar komt bij: je kunt vaak niet alles aan iedereen vertellen en daar zit zeker wat in; en bovendien zal iedere mens toch eerst proberen om zelf zijn eigen problemen op te lossen voordat je naar anderen toestapt. “Dat los ik zelf wel op”, zeggen wij dan hardop tegen onszelf, en tegen de buitenwereld houden wij vol: “met mij gaat alles goed”, het lijkt dan bijna op een masker.

Nu is het inderdaad waar, dat er veel problemen zijn waar je zelf het nodige aan kunt doen. Maar tegelijk bestaan er even zoveel problemen waarbij je zo vaak machteloos staat. Hebben hier vooral de zieken niet recht van spreken? Maar ook, om maar iets te noemen: ouders die bij hun getrouwde kinderen allerlei problemen zien en daar ook zelf onder lijden; en ze willen graag helpen en in zekere zin kunnen zij niet echt helpen, omdat hun kinderen hun eigen leven hebben en dus ook zelf hun problemen moeten klaren, om nog maar te zwijgen over de grote wereld vragen.

En dan die centrale vraag: wat doen we eigenlijk met al die vragen en zorgen die wij niet in eigen hand hebben? Wat wij daarmee doen laat zich wel raden: we slaan ze meestal op in onze bovenkamer, in onze gedachten. Thuis doen wij precies hetzelfde: als je een meubelstuk hebt die niet langer past in de woonkamer, dan zet je die eenvoudig op zolder; op het eerste gezicht ben je er dan mooi van af en voor het oog van de mensen ziet alles er beneden goed en opgeruimd uit, terwijl die zolder zich intussen blijft opstapelen, net zolang totdat er helemaal niets meer bij kan.

En op dat moment weten wij allemaal hoe nodig en hoe weldadig het is om dan die bezem erdoor te halen: weg met alles, eruit ermee. En het is maar een beeld, maar geldt precies hetzelfde ook niet voor al onze zorgen en problemen: sla ze niet op en houd ze niet voor jezelf en blijf niet piekeren tot in de kleine uurtjes, maar durf ze uit te spreken en uit te praten, bij de juiste personen en op de juiste plaats. En wees niet bang om jezelf kwetsbaar op te stellen, maar houdt niet altijd dat masker voor “dat alles altijd goed gaat” en ervaar hoe weldadig het kan zijn, om je last met anderen te delen.

“Wees niet bang”, zo wordt in de Bijbel precies 365 maal gezegd, het geldt dus voor elke dag door het jaar. Voor God hoeft niemand een masker te dragen en zich beter voor te doen dan hij zich voelt. En als God zelfs al de haren op ons hoofd heeft geteld, dan mag je aannemen dat Hij blijkbaar wil controleren of er niet één haar bij is, dat misschien ooit gekrenkt werd. En wat wij niet in eigen hand hebben, leg dat rustig neer in Zijn hand. Want wie gelooft, heeft altijd reden om te blijven hopen.

           

Pastoor Rick van den Berg